De geriatrische/oude kat

Het is toch altijd weer een mijlpaal, je kat is 11 jaar geworden en valt nu officieel onder de senioren!
Tegenwoordig bereiken steeds meer katten een hogere leeftijd, maar met ouderdom komen ook zo zijn gebreken.  Men denkt vaak dat deze “gebreken”, zoals meer slapen, afvallen en minder bewegen gewoon bij de leeftijd horen. Dit hoeft zeker niet zo te zijn. Soms kan je de kwaliteit van hun leven met een paar jaren nog sterk verbeteren door onderliggende oorzaken aan te pakken.

Artrose
Een veelvoorkomend probleem bij de oudere kat is osteo-arthrose, dit is slijtage van de gewrichten. Het is vaak pijnlijk voor de kat, maar wordt soms moeilijk opgemerkt. Vaak beginnen de klachten met het mank lopen na het opstaan of niet/ minder willen springen op hoge plekken en trappen. Ze slapen meer en lopen minder, vooral katten met overgewicht hebben meer risico op artrose.
66 procent van de oudere katten, dus katten ouder dan >8 jaar kunnen artrose krijgen.

Spondylose is weer een zeldzame vorm hiervan bij katten.  Hierbij worden “botbruggen” gevormd tussen de rug/nekwervels, dit zorgt voor verminderde beweeglijkheid van de wervelkolom. Het is pijnlijk en gaat soms gepaard met een verzwakte achterhand. In sommige gevallen kunnen ook verlammingen van het blaas en darmstelsel optreden.

Nierproblemen
Nieren zijn verantwoordelijk voor het vochtbalans, ze bepalen hoeveel een kat drinkt en ook hoeveel een kat plast. Ze hebben een grote reservecapaciteit, waardoor ze gewoon functioneren ondanks een beschadiging aan de nier. Pas bij 70 procent beschadiging is er sprake van functieverlies en kunnen er klachten optreden. 33 procent van de oudere katten ervaren een vorm van nierfalen. Er kunnen meerdere oorzaken zijn van nierfalen. De meest voorkomende soorten zijn acute nierfalen of chronische nierinsufficiëntie.

Bij chronische nierinsufficiëntie of nierfalen zijn een deel van de nieren beschadigd geraakt, dit is vaak onherstelbaar.

Symptomen hiervan kunnen zijn:

  • veel drinken en dus veel plassen
  • misselijkheid
  • verminderde eetlust
  • doffe vacht en slechte vacht
  • mager

Vaak wordt er eerst een urineonderzoek gedaan, vervolgens kan besloten worden of bloedonderzoek nodig is. Tegenwoordig kan met de SDMA waarde uit een bloedonderzoek  vroegtijdig nierproblemen herkend worden.
Behandeling bestaat uit het lichaam doorspoelen d.m.v. een infuus, medicatie tegen eiwitverlies, speciaal nierdieet dat laag in fosfaat zit en symptomatische behandeling van de klachten zoals misselijkheid.
De prognose hangt af van de oorzaak, stadium van de nieren en hoe makkelijk de kat te behandelen is.

Bij acute nierfalen is in korte tijd groot deel van de nierfunctie verloren gegaan, een snelle behandeling kan ervoor zorgen dat de nieren gedeeltelijk of helemaal weer kunnen herstellen. Oorzaken kunnen o.a. vergiftiging, infecties, verstopping van de urineafvoer uitdroging of hartfalen zijn. Katten die acute nierfalen hebben kunnen in korte tijd heel snel ziek worden, klachten kunnen zijn pijnlijke en opgezwollen nieren en afwijkende bloedwaarden. Snel handelen om de oorzaak te achterhalen is nodig. Een infuus is nodig om de nieren te ondersteunen. Als de schade te groot is kan de prognose slecht zijn.